Simpel gezegd, aftrekposten verlagen je belastingen. Maar ze doen dit op een hele specifieke manier. Ze verlagen de te betalen belastingen direct maar verlagen daarentegen het belastbare bedrag waarover je belastingen betaald.

Om dit uit te leggen met een voorbeeld. Stel dat je een bedrijf hebt wat €100.000 winst maakt. Je betaalt in dit voorbeeld 25% belasting over die winst, dus €25.000. Maar als je nu een aftrekpost van €10.000 hebt, dan gaan je belastingen niet met dat bedrag omlaag. In plaats daarvan zal het belastbare bedrag omlaag gaan met €10.000. Dus €100.000 wordt €90.000. Je belastingen worden nu berekend over dit lagere bedrag en zal nu dus maar €22.500 zijn. Een verlaging van €2.500. Dit kun je ook berekenen door de aftrekpost x het belastingtarief te doen. Dus €10.000 x 25% = €2.500.

Aftrekposten zijn vooral interessant voor bedrijven die veel geld verdienen. De reden hiervoor is dat ons belastingstelsel grotendeels progressief is. Dat wil zeggen, hoe meer je verdient, hoe hoger het belastingtarief. En daarom ook hoe meer je terug krijgt als je een aftrekpost hebt. Om dit in ons eerdere voorbeeld uit te leggen, stel dat de 25% belastingdruk is opgebouwd uit twee schijven. Over de eerste schijf tot €50.000 betaal je 20% belastingen. En over de tweede schijf met de tweede €50.000 betaal je 30%. In totaal betaald dit bedrijf nog steeds €25.000 belastingen over €100.000 winst. Echter, als we in dit nieuwe geval de aftrekpost toepassen, zal het bedrijf over de eerste €50.000 nog steeds 20% betalen (dus €10.000). Maar de tweede €50.000 wordt verlaagd naar €40.000 en hierover zal het bedrijf  30% betalen = €12.000. In totaal betaald het bedrijf in dit geval €10.000 + €12.000 = €22.000 belastingen. De aftrekpost heeft in dit geval dus €3.000 minder belastingen opgeleverd. Als het bedrijf minder dan €50.000 had verdiend, zou dat maar €2.000 zijn geweest. Dus: hoe hoger je hoogste belastingtarief, hoe effectiever de aftrekpost.