Het is nu corona tijd en veel ondernemers merken dat ze een dergelijke crisis financieel eigenlijk niet aankunnen. Ze hebben gewoonweg niet genoeg buffer opgebouwd en nu hun inkomsten dankzij Corona zijn gevallen, zitten ze met een probleem. Maar hoe weet je überhaupt of je genoeg buffer hebt opgebouwd? In dit blog geven we antwoord op hoeveel buffer je nodig hebt, en hoe je dit het beste kan opbouwen.
Wat valt onder een financiële buffer
Waar hebben we het over als we praten over een “buffer voor ondernemers”? Dat lijkt alsof het gaat om iets in je bedrijfsvoering maar daar heeft het eigenlijk niets mee te maken. Als we het hebben over de buffer, dan gaat het om de buffer die de ondernemer als privépersoon heeft om ervoor te zorgen dat het wel en wee van zijn bedrijf hem niet direct persoonlijk raakt. Om dit te illustreren het volgende voorbeeld. Als het slecht gaat met je bedrijf, de inkomsten instorten of de schulden niet meer kunnen worden betaald, dan zorgt een buffer er voor dat je nog wel de hypotheek of huur van je eigen huis kan betalen en je samen met je familie niet op straat wordt gezet.
Een financiële buffer in dit verhaal gaat dus niet over je bedrijf maar over jezelf als persoon. Als de inkomsten uit je bedrijf opdrogen, hoeveel verplichtingen heb je dan nog en hoe lang kan je daaraan voldoen. Natuurlijk heeft dit ook direct invloed heeft op hoe je jouw bedrijfsvoering voert. Want voor heel veel ondernemers is er eigenlijk geen verschil tussen hun eigen financiële buffer en het geld wat in hun onderneming zit (maar meer daarover hieronder).
Wat moet je kunnen betalen van je buffer?
Een financiële buffer geeft je de mogelijkheid om als ondernemer het een tijdje uit te zingen als het misgaat met je bedrijf en je privé kosten op te vangen. Daarom is de eerste stap die je je moet afvragen voor het bepalen van de hoogte van de buffer, hoeveel kosten heb ik eigenlijk?
Onder je kosten vallen alle maandelijkse kosten die je niet van het ene op het andere moment kan stopzetten. Denk hierbij aan de huur, de hypotheeklasten, eten en drinken, zakgeld voor je kinderen, autobelastingen, etc. Hierbij speelt dus de persoonlijke situatie van de ondernemer een grote rol. Heb jij geen auto en woon je in je eigen huis zonder hypotheek? Dan ligt het bedrag wat je moet opzij zetten een stuk lager dan als je iedere maand voor deze zaken moet betalen.
Let op! Sommige ondernemers denken nu “mooi, mijn telefoon abonnement staat op de zaak dus dat hoef ik niet mee te rekenen”. Dat is een misrekening. Want sowieso raden we een zzper een dergelijke constructie niet aan (meer kosten; minder bescherming). Maar je moet toch een telefoonabonnement hebben. Hetzelfde geldt voor de huur van een werkplek. Dat zijn wellicht een “zakelijke onkosten” maar tenzij je deze direct kan opzeggen, moet je dit bijna altijd rekenen tot je kosten.
Je persoonlijke situatie bepaald hoe hoog je buffer moet zijn
Als je weet hoe je kosten eruit zien, dan moet je vervolgens kijken naar je persoonlijke situatie. Stel dat je alleenstaand bent en geen mogelijkheid om terug te vallen op een ander inkomen, dan is dit gemakkelijk. Alle kosten zijn voor jou. Maar wat nu als je een rijke pappie hebt? Of een man/vrouw hebt met een goede en stabiele baan? In dat geval kun je ervan uitgaan dat jouw inkomen minder belangrijk is voor het dekken van de kosten. Je kan terugvallen op iemand anders. Maar andersom moet je natuurlijk ook wel kijken in hoeverre andere mensen afhankelijk zijn van jouw inkomen. Als jouw partner ook ondernemer is en hier nog geen inkomsten uit heeft en alleen maar kosten, dan kan het wegvallen van jouw inkomsten je partner ook beïnvloeden.
Je persoonlijke situatie beïnvloedt dus de hoogte van je buffer. Want in principe moet je ervan uit gaan dat je ongeveer een jaar aan onkosten moet kunnen betalen zonder dat er geld binnenkomt van je bedrijf. Een jaar lang moet je kunnen thuiszitten zonder dat je hier grote privé gevolgen van ondervindt. Natuurlijk gaat dat een stuk makkelijker als je iemand hebt die al jouw kosten op zich neemt.
Reken voorbeeld:
Vaste kosten
-
Hypotheek, huis, huur: 1260 EUR p/m
-
Vaste lasten telefoon, verzekeringen 400 EUR p/m
-
Eten, drinken, etc. 700 EUR p/m
-
Auto 320 EUR p/m
-
Huur werkruimte 400 EUR p/m (opzegbaar na 4 maanden)
TOTAAL = 3080 p/m in de eerste vier maanden en 2680 EUR p/m daarna.
Persoonlijke situatie
-
Netto Partner inkomsten: -1450 EUR p/m
-
Potentiële kosten van kinderen 400 EUR p/m
TOTAAL = -1050 EUR p/m
Buffer nodig per maand: 2030 EUR p/m voor 4 maanden, daarna 1630 EUR p/m
TOTALE BUFFER: 2030 x 4 + 1630 x 8 = 21.160 EUR
Wanneer moet je de buffer opbouwen?
Sommige ondernemers zullen nu zeggen: “een buffer van een jaar? is dat niet wat overdreven. Want wanneer moet ik dat opbouwen?” We kunnen over de eerste opmerking kort zijn. Je hebt inderdaad een buffer van een jaar nodig. Een “once in a lifetime” crisis als de Corona crisis komt namelijk veel vaker voor dan je denkt (tenslotte werd de crisis van 2008 ook een “once in a lifetime crisis” genoemd; dat was 12 jaar geleden). Maar de mogelijkheid dat je een persoonlijke crisis treft is veel groter dan je denkt. Stel dat jij een ongeluk krijgt en zes maanden niet kan werken, dan geldt voor veel ZZPers dat ze nul inkomen hebben. De kans hierop is niet groot, maar hij is er weldegelijk.
Wanneer je dat moet opbouwen kunnen we ook kort over zijn. Binnen drie jaar. Binnen drie jaar moet je je buffer zover hebben opgebouwd dat je je onkosten voor 1 jaar kan dekken. Dat lijkt voor veel ondernemers een onmogelijkheid. Want dat zou betekenen dat ze ieder jaar 33% bovenop hun persoonlijke kosten moeten sparen als buffer! Echter, dat is niet zo lastig als je denkt. Je kan je namelijk afvragen in hoeverre alle kosten nu echt noodzakelijk zijn en hoe gemakkelijk je die kan opzeggen. Je televisie abonnement is vast één abonnement die je direct de volgende maand kan opzeggen. En wellicht kun je uitgaven in de horeca ook direct terugbrengen. Het gaat er alleen om dat je 1 jaar lang alle noodzakelijke kosten kan dekken.
Bovendien is drie jaar lang het financieel wat krapper hebben om een buffer op te bouwen niet zo’n slechte deal. Je moet (zeker als startende ondernemer) wel drie jaar lang ieder dubbeltje omdraaien, maar daarna hoeft dat niet meer. Dan heb je de buffer al en kun je je geld uitgeven zoals je wil. Drie jaren het zuur om daarna het zoet te krijgen, is geen slechte deal. Tenslotte is dat ook ondernemen: investeren in de toekomst.
Als je DGA van een BV bent, heb je een kleinere buffer nodig
Stel je hebt 3 man in dienst waar je iedere maand de salarissen voor moet betalen, kantoor huur voor moet betalen, etc. En je betaalt jezelf ook iedere maand een behoorlijk salaris uit om je persoonlijke kosten (je eigen huis, avondeten, etc.) te dekken en iedere maand wat te sparen. Dan breekt er een crisis uit en je ziet dat volgende maand je de salarissen niet langer kan uit betalen. Jij geen inkomen meer, geen geld om je werknemers uit te betalen en je bedrijf lijkt failliet te gaan. Jij hebt echter zelf nog 50.000 EUR op de bank staan wat je eerder hebt gespaard uit het salaris dat je jezelf eerder hebt uitgekeerd. Is dit een goede financiële buffer?
Dat ligt aan de bedrijfsvorm die je hebt. Als je een BV hebt of een bedrijf met beperkte aansprakelijkheid, dan is die 50.000 EUR alleen een buffer voor jezelf. Jij bent dan wel DGA (directeur grootaandeelhouder) van je bedrijf en jij beslist wat er gebeurd in jouw bedrijf, maar dat maakt je slechts beperkt aansprakelijk voor hoe het bedrijf het doet. Het geld wat op je privé persoon staat is vanwege de beperkte aansprakelijkheid gescheiden van het wel en wee van jouw bedrijf. Je kan de 50.000 EUR dus gebruiken om ervoor te zorgen dat je je eigen rekeningen kan blijven betalen, zelfs als het bedrijf dat niet meer kan.
Als je een eenmanszaak of VoF hebt, moet je de risico’s veel beter inschatten
Als je echter zoals de meeste ondernemers in Nederland een eenmanszaak of VoF hebt, dan ligt dit heel anders. In dat geval ben je namelijk persoonlijk aansprakelijk voor het wel en wee van jouw bedrijf. De 50.000 EUR buffer uit ons voorbeeld moet je in dat geval gebruiken om niet alleen je eigen rekeningen te betalen, maar ook de huur van je kantoor en de salarissen van je medewerkers. En als die buffer niet genoeg is, dan kun je zelfs gedwongen worden om je huis te verkopen om aan de schulden van je bedrijf te voldoen. Zelfs een persoonlijk faillissement is dan zeker niet uitgesloten.
Bij een eenmanszaak kun je nu eenmaal geen verschil maken tussen de buffer van het bedrijf en die van je privé persoon. Als je dus een buffer wilt aanhouden voor jezelf als ondernemer, dan moet je daarbij meenemen dat hierbij ook de buffer voor jouw hele bedrijf moet worden meegenomen. En als je onderdeel van een VoF bent, dan is het verhaal nog een tandje complexer. Want ook hier geldt dat je hoofdelijk aansprakelijk bent maar zit je met meerdere aansprakelijke partijen in de VoF. En dat kan complex worden.
Het gaat allemaal om het afwegen van risico’s
Als je meer wil weten over de verschillen tussen BVs, eenmanszaken en VoFs, lees dan ons blog. Maar hoe dan ook, zitten er dus allerlei afwegingen bij het aanleggen van je buffers. De regel die wij bieden van 1 jaar buffer opgebouwd binnen 3 jaar, is slechts een leidraad. Er zijn ondernemers die hier veel conservatiever mee omgaan (er zijn overigens maar weinig succesvolle ondernemers die scherper aan de wind zeilen…). Bovendien beargumenteren ook veel ondernemers dat hun buffer eigenlijk in het bedrijf zit. Als je een goed lopende zaak hebt, dan kun je die tenslotte verkopen. Dat geldt toch ook als een buffer? En als je zeker weet dat de zaken goed zullen gaan, dan kun je toch wel een gokje nemen?
Dat alles is iets om zelf in te schatten. Maar hou ermee rekening dat een buffer iets is om per direct aan te kunnen spreken om direct onkosten te kunnen opvangen. En een bedrijf verkopen gaat nu eenmaal niet zo snel, als het überhaupt al lukt in crisistijd. Kijk dus goed naar wat je als buffer classificeert en dat het wel om zaken gaat die je direct kan gebruiken. Als ondernemer loop je namelijk veel meer risico’s dan andere mensen die kunnen terugvallen op een uitkering. Je bent ondernemer geworden omdat je kansen ziet, maar wees je ook bewust van de risico’s en zorg dat je een, voor jouw situatie, goede buffer opbouwt.