Op een koude maandagmiddag fiets ik naar broedplaats Contact Amsterdam. Het is de plek waar Anne Kistemaker en Jeroen Greven werken aan hun duurzame handgemaakte leren reisproducten. Zodra ik de studio van dit leuke ondernemersduo binnen loop, voel ik de warmte stromen. Ik zie een wand vol met prachtige tassen en andere mooie spullen die ze verkopen onder de naam Studio Roem. Een mooi bedrijf met een bijzonder verhaal.
Kunnen jullie vertellen hoe Studio Roem is begonnen?
Jeroen: “Tijdens onze reizen over de wereld kregen we het idee om duurzame reisproducten met de hand te gaan maken. In handgemaakt werk zit veel meer gevoel dan in producten die met machines worden gemaakt. We zijn in 2014 begonnen met ons bedrijf. Het eerste dat we gemaakt hebben was een camera strap, omdat we zelf altijd een camera bij ons hadden op reis. Daarna zijn we ook andere producten gaan maken, zoals tassen, portemonnees en notitieboekjes. Allemaal van duurzaam leer”.
Wat is jullie grootste inspiratiebron?
Anne: “Ieder product vloeit voort uit de indrukken en ervaringen die de reizen op ons maakten. Zo is de portemonnee geïnspireerd op de vorm van een mantarog. Onze producten hebben ook allemaal namen van dieren. Zo hebben we een leren handtas die ‘Bever’ heet, omdat het uitsteeksel lijkt op de staart van een bever. We vonden dit een leuke knipoog naar het materiaal dat we gebruiken en onze inspiratiebronnen.”
Jullie zijn naast collega’s ook partners. Hoe is dat?
Jeroen: “We vinden het heel erg leuk om samen te werken. We werken overigens niet continu samen. Meestal zijn we beiden twee dagen per week met iets anders bezig.”
Anne: “Jeroen is ook grafisch vormgever en ik geef danslessen. Als we in de studio samenwerken zijn we vaak met verschillende dingen bezig. Dus we zitten niet continu op elkaars lip.”
Wat vonden jullie het moeilijkste toen jullie begonnen met ondernemen?
Jeroen: “De onzekerheid. Als je een vaste baan hebt, krijg je iedere maand een bedrag op je rekening gestort. Als ondernemer weet je in het begin nog niet wat je gaat verdienen. Maar het ging bij ons eigenlijk heel organisch. We zijn gewoon begonnen en zodra we toe waren aan een volgende stap, kwam die stap op ons pad.”
Anne: “Wij geloven er heel erg in dat wat je uitstraalt, ook weer bij je terugkomt. Een soort karma. Als je enthousiast en positief bent, zullen mensen dat ook over jou zijn en dat doorgeven aan de rest.”
Op jullie website staat dat leer één van de meest duurzame natuurlijke materialen is. Kunnen jullie uitleggen hoe dat zit?
Jeroen: “Leder is eigenlijk een restproduct van een dier en het gaat ook heel erg lang mee. Wij werken zelf met restpartijen rund leder die wij opkopen uit Europa. Grote bedrijven die producten van leer maken, hebben vaak veel leer over. Het is zonde om dat weg te gooien. Ons streven is om de hoeveelheid restafval te minimaliseren. Bovendien is leer uit Europa over het algemeen diervriendelijker. Dat vinden wij ook belangrijk.”
Er zijn mensen die zeggen dat leer een vervuilend en dieronvriendelijk product is. Hoe denken jullie daar over?
Anne: “Dit is altijd een moeilijke discussie. Er is een hele markt voor biologisch leder, maar veel mensen weten niet dat hier heel veel water voor wordt gebruikt. Het leer dat wij gebruiken wordt gelooid met chroom, waardoor je juist weinig water hoeft te gebruiken. Bovendien gaat het hierdoor langer mee. Het is dus soms lastig om te zeggen wat goed is en wat niet. Wij proberen het zo goed mogelijk te doen en zijn daar ook heel bewust mee bezig. Zo gebruiken we bijvoorbeeld grote stukken leder voor de grote producten en maken we de kleinere producten van de overblijfselen daarvan.”
Duurzaam betekent ook vaak duur. Maakt dat het lastig om jullie product te verkopen?
Anne: “Dat ervaren wij niet echt zo. Het kan zeker lastig zijn, want mensen willen niet altijd meer betalen voor duurzame producten. Maar dat is ook iets wat we juist leuk vinden aan ons werk. Mensen bewust maken van het belang van duurzaamheid. We geven bijvoorbeeld ook naaiworkshops. Door mensen zelf producten te laten maken, beseffen ze hoeveel werk er in zit. Je begrijpt dan ook beter waarom kwalitatieve producten duurder zijn.”
Hoe kun je als bedrijf duurzaam zijn en ook winst maken?
Jeroen: “Eigenlijk werkt dat hetzelfde als bij ieder ander product. Natuurlijk zijn je kosten misschien wat hoger, maar wij werken net als ieder ander bedrijf met marges. We hebben er wel voor gekozen om producten te maken voor het middensegment. Onze vrienden moeten het nog kunnen betalen zeg maar. Wij rekenen vaak terug vanuit de prijs. Als een tas bijvoorbeeld 150 euro moet kosten, dan gaan wij nadenken hoe we dit kunnen realiseren. Misschien moet je dan wel concessies doen, maar dat kan je verkoop juist ook ten goede komen.”
Waarin zal Studio Roem nooit concessies doen?
Anne: “De duurzaamheid en kwaliteit van onze producten staat wel echt voorop. En het ontwerp. We houden van een rauwe en minimalistische stijl. Dat is echt Studio Roem. Zo maken we bewust geen binnenvoering of werken we soms bepaalde randjes niet perfect af. Ook vinden we de oneffenheden juist heel mooi. Natuurlijk moet het er wel goed uitzien, maar vaak kun je wel om die individuele oneffenheden heen werken. Deze oneffenheden komen voor en dragen bij aan het karakter en de uitstraling van onze producten. Eigenlijk willen we met zo weinig mogelijkheden, een zo mooi mogelijk product maken.”
Jullie investeren zelf ook in duurzaamheid. Kun je daar iets meer over vertellen?
Anne: “Een gedeelte van onze winst gaat naar de lederschildpad. Dit is de enige schildpad met een lederachtige huid in plaats van een schild. Deze diersoort wordt met uitsterven bedreigd en wij geven ons geld daarom aan stichtingen in Costa Rica die zich inzetten voor het behoud van deze schildpad. Zo maken we de cirkel weer rond.”
Wat is jullie droom?
Jeroen: “Verhuizen naar Spanje en daar ons atelier vestigen. We zijn nu bezig een afzetmarkt te maken in Nederland en als dat lukt, zou dat onze volgende stap kunnen zijn.”
Anne: “Iets anders wat ons heel leuk lijkt is onze studio te combineren met een winkel en coffeecorner. Een creatieve plek creëren waar mensen ook kunnen komen om te werken bijvoorbeeld. Zo kun je ook weer je producten verkopen.”